Banden technische info
EU BANDENLABEL
Vanaf 1 november 2012 moeten alle banden voorzien zijn van een bandenlabel
Dit bandenlabel geeft 3 indicaties
1; rolweerstand dus brandstofverbruik en co2 uitstoot
2; remweg op natte weg
3 afrolgeluid in decibel
Dus bandenlabel E/C/72 betekent rolweerstand E en remweg C en afrolgeluid 72dB
Bandmarkering
1 Merk
2 Profielaanduiding / Bandtype
3 Breedte van de band in mm
4 Verhouding van de bandhoogte/bandbreedte in %
5 Radiaalbanden
6 Doorsnee van de velg in inches
7 Kenmerk voor de draagkracht van de band
8 Snelheidscategorie
9 Tubeless (Banden zonder binnenband)
10 Productiedatum (XX = Week, X = Jaar, 11 Slijtage index (Tread Wear Indicator) (1,6 mm)
12 Toegevoegd aan banden met een verhoogde draagkracht (Re-inforced)
13 Aanwijzing over toepasbaarheid in de winter (op winter- en all-year banden)
Bandendimensies
De technische presentatie van een autoband is wettelijk vastgelegd. Voor personenautobanden geldt een Europese norm, ECE-R 30 genoemd. Deze normering geldt in het bijzonder voor de opschriften op de zijkant van de band. De norm zorgt ervoor dat de belangrijkste gegevens op de band te vinden zijn. De informatie geeft de automobilist uitsluitsel over alles wat hij of zij over de band wil weten. Dus niet alleen de naam van de fabrikant en het type van de band.
Merk (1)
Bandtype (2)
Bandbreedte (3)
De breedte van de band wordt in millimeters aangegeven. (B.v. 175 mm). Bij de doorsnee personenautoband varieert de breedte van nominaal 125 mm (B.v. 125/80 R 12) tot ongeveer 335 mm (B.v. 335/30 R 19). De breedte gaat hierbij met stappen van 10 millimeter omhoog. Bijzondere banden voor nieuwe velg-bandsystemen (B.v. TD-banden van Dunlop of de TRX- of TDX-banden van Michelin) hebben breedtematen in mm die hiervan afwijken. Hierbij varieert de breedte van 160 mm tot 240 mm. De werkelijke breedte wijkt van de nominale breedte af, door de gebruikelijke tolerantie in de productie Deze variatie zal in de praktijk per fabrikant wat variëren en niet meer dan enkele millimeters bedragen. Daarnaast hangt ze af van de velgbreedte waar de band op gemonteerd is. De normering van banden maakt het mogelijk om verschillende bandbreedtes op één soort velg te monteren. Het onderscheid in breedte kan ook tot gevolg hebben dat op bepaalde merken auto's alleen banden van een bepaalde fabrikant gemonteert kunnen worden, of uitsluitend in combinatie met bepaalde velgen. Dit, omdat in deze situaties alleen deze banden in alle omstandigheden met zekerheid (Dus ook bij diep door de vering gaan) "vrij blijven lopen" . Ook kan het zijn dat u bij de toepasbaarheid van sneeuwkettingen aan bepaalde breedtes en fabrikanten gebonden bent. U kunt dit in uw informatieboekje naslaan.
Hoogte/breedte verhouding/Serie ....../50, /60, /70, /80 (4)
Het betreft hier de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de banddoorsnee in procenten. Een /50 betekent,, dat de bandhoogte half zo groot is als de bandbreedte. Hoe kleiner het verhoudingsgetal, hoe kleiner de zijkant van de band en hoe sportiever hij lijkt. Uitzondering: Bij banden van de /80- en /82 serie was vroeger de ".../80" in de markering niet duidelijk - Het kan voorkomen dat in een instructeiboekje van een oudere auto alleen "155 R 13" staat. Het betreft hier eigenlijk "155/80 R 13". Dit nummer dient u dan ook bij de aanschaf van nieuwe banden te vermelden.
Bandentype (5)
"R" betekend "Radiaal" (Vaak ook nog extra voluit vermeld). Het betreft de tegenwoordig veel toegepaste bouwwijze, waarbij de karkasdraden radiaal geordend zijn. Tot ver in de 60er jaren was de diagonaalband het meest voorkomende bandtype. Als dit bandtype in speciale gevallen nog wordt geproduceerd, (.B.v. voor oldtimers) staat in plaats van een"R" een "D" of "-". Aanwijzing: Er mogen uitsluitend banden van hetzelfde type gemonteerd worden. Het gebruik van Diagonaal- en Radiaal-banden op één auto is wettelijk niet toegestaan.
Velgdoorsnee (6)
De doorsnee van de velg wordt diagonaal van velgrand naar velgrand gemeten en wordt meestal in Inches ( " ) aangegeven. De meest gangbare maten variëren tussen de 10 en 20 inch. Bij TD- banden van Dunlop en bij de TRX- en TDX-banden of het PAX-Systeem van Michelin wordt de velgdoorsnede niet in inches maar in milimeters aangegeven. De meest gangbare maten daarbij lopen van 315 mm tot 440 mm.
Kenmerk voor de draagkracht van de band (Load Index LI) (7)
Dit getal is het kenmerk voor de belastbaarheid van de band. Elke LI waarde staat voor een bepaalde belasting van de band bij een bepaalde bandenspanning. De waarde is af te lezen in een tabel. Bijvoorbeeld "85" = 515 kg. De gemonteerde banden moeten in ieder geval minimaal de in de instructieboekjes vermeldde LI waarde hebben. Een hogere LI waarde is uiteraard toegestaan. Als er nog "Versterkt" of "Re-inforced" (12) vermeld staat, betekent dit dat de band nog extra draagvermogen bezit. (Bij transportbusjes, kleine personenbusjes, vans, etc.) Van doorslaggevende betekenis is ook hier echter de hoogte van het LI getal.
Li kg
63 272
64 280
65 290
66 300
67 307
68 315
69 325
70 335
71 345
72 355
73 365
74 375
75 387
76 400
77 412
78 425
79 437
80 450
81 462
82 475
83 487
84 500
85 515
86 530
87 545
88 560
89 580
90 600
91 615
92 630
93 650
94 670
95 690
96 710
97 730
98 750
99 775
100 800
101 825
102 850
103 875
104 900
105 925
106 950
107 975
108 1000
109 1030
110 1060
111 1090
112 1120
Snelheidscategorie (GSY, ook "Speedindex") (8)
Het betreft hier de categorie indeling, die de maximaal toelaatbare snelheid van de banden aangeeft. Hier volgt de GSY voor personenauto's.
GSY km/u
M 130
N 140
P 150
Q 160
R 170
S 180
T 190
U 200
H 210
V 240
W 270
Y 300
ZR >240
Looprichting
Vooral bij banden met bijzondere profielvormen zijn op de zijkant van de band namen als "Rotation", "Draairichting", "Direction", in combinatie met een looprichtingspijl aangebracht. Houdt bij de montage van de band rekening met de aangegeven loop- of draairichting.
Tubeless ("Zonder binnenband") (9)
Banden voor personenauto's zijn hoofdzakelijk tubeless. Het aanbrengen van een binnenband is niet alleen overbodig, het is op een enkele uitzondering na zelfs niet toegestaan. Vraag in twijfelgevallen de garage.
Produktiedatum(10)
De 4 cijfers van het z.g.n. DOT nummer laten de productiedatum zien. De eerste twee cijfers slaan op de productieweek, de laatste 2 cijfers op het productie jaar.
Bijvoorbeeld: 4013 = 40e week van 2013.
Bestaat het DOT nummer uit 3 cijfers betreft het een band ouder dan produktiejaar 2000.
.
Slijtage index (Treadwear Indicator , "TWI") (11)
Rondom op de zijkant van de band wordt herhaaldelijk het korte "TWI" (ook andere afkortingen zijn mogelijk) afgedrukt. Als u de pijl volgt, zult u zien dat op deze plaatsen het profiel niet volledig tot op de basis van de band gaat. Reden: Mocht de band tot op de wettelijke 1.6 mm afgesleten zijn, liggen deze plekken duidelijk herkenbaar aan de oppervlakte van de band. De slijtagegrens is bereikt.. Zover zou u het echter niet moeten laten komen. Onderzoek wijst uit dat als onder de 3 mm het grip duidelijk afneemt, vooral bij natheid.
Keurmerk "E":
Het EEG-keurmerk wordt als een E of e op de band geplaatst. Het slaat op een stuk Europese wetgeving en normering. (EEG- R 30). Beeld 6: Het erbij geplaatste nummer "12" duidt aan dat de band voor Oostenrijk getest is. Belangrijk: Sedert de productiedatum 1.10.98 (40e week 98, vertelt ons het DOT-Nummer 408) is dit keurmerkje in de zijkant van de band verplicht. Aan een auto mogen derhalve geen banden gemonteerd worden, die, als ze na 1.10.98 geproduceerd zijn, zonder dit merkje.
Winter-/all-yearbanden:
De snelheidscategorie moet voldoen aan de in het instructieboekje gestelde eisen.